Aurora (lichtroze fijnkorrelige Portugese marmer)
In dit geval ging het om een opdracht voor een reeks van portreten, waarbij de etnische verscheidenheid bij de Indonesische bevolking duidelijk diende te zijn. Het portret van Rini dat ik later in marmer heb gekapt was er één van.
Werkwijze:
Alvorens we kunnen aanvangen met kappen moeten we natuurlijk eerst een model maken, dit kan in klei of plasticine worden geboetseerd op een stevig metalen frame. Dit boetseren is even belangrijk als het kappen zelf, het boetseerwerk dient alle gegevens te bevatten die nodig zijn om het beeld nadien te kunnen uitvoeren in steen of in een ander materiaal.
Omdat het boetseerwerk op zich moeilijk bewaard en zeer kwetsbaar is, moet men het eerst in een hard materiaal omzetten. Deze techniek noemt men “ afgieten”, hierbij wordt er met plaaster (of rubber, indien men meerdere positieve exemplaren wil bekomen) over het boetseerwerk gegoten. Als de plaaster daarna opstijft kan hij in vooraf bepaalde stukken van de klei worden afgenomen, en bekomt men een negatiefvorm. Deze vorm kan op zijn beurt worden ingegoten met diverse hard wordende materialen,zoals: plaaster, cementmortels, e.a. Ik heb voor dit voorbeeld gekozen voor polyester kunsthars, omdat dit materiaal sterk is en niet vlug beschadigd tijdens het kappen.
Nu kunnen we beginnen met de steen. Omdat er bij het maken van een portret meestal een zeer goede gelijkenis wordt vereist, is het aangewezen om een systeem toe te passen waarbij een aantal maten exact kunnen worden bepaald. Hiervoor gebruiken we een “driepuntpasser”.
Drie vaste punten worden bepaald zowel op het voorbeeld als op de steen, aan de passer is er een beweegbare naald die kan worden ingesteld op diepte, en zo een willekeurige punt op het model kan overbrengen op de steen.
Op een strategische manier worden er meetpunten bepaald op de steen, dit geeft de beeldhouwer een houvast om de tussenliggende vorm te kunnen kappen.
Bij het kappen wordt er opeenvolgend gebruik gemaakt van diverse beitels en hamers: met een zware moker en kliefbeitel worden grote stukken afgekliefd, dan worden er vlakken en vormen aangezet met de moker en de stalen puntbeitel, daarna wordt de vorm fijngehakt met de luchtdrukhamer en de met wydia (tungsten) ingezette tandbeitels,platte en ronde beitels (die dikwijls naar behoefte op vorm worden geslepen).
Het uiteindelijke afwerken gebeurd met schuurpapier (met diamant bezette velletjes),en met fijne carborundum schuursteentjes (wil men polijsten dan kan dat met een speciale steenwas geboend worden)
Dit oogt allemaal zeer technisch, en voor een groot deel is dat ook zo. Beeldhouwen is echter veel meer dan techniek, de zoektocht naar de juiste vorm dewelke het karakter in een gezicht bepaald, de keuze van het materiaal voor de uitvoering en het bepalen van de juiste afwerking is meer dan de som der onderdelen, of technische kennis.